Augustinus' regel in de Wereld

Men kan Augustinus geen stichter van een religieuze orde noemen in de moderne, juridische zin van dat woord. Wel weten we met zekerheid dat hij minstens drie kloosers stichtte en verlangde dat het monastieke leven zich over heel Afrika zou verbreiden. Possidius' werk Het leven van Augustinus vermeldt dat er in Hippo ook een vrouwenklooster was onder de leiding van een zus van Augustinus. Bovendien werd een flink aantal monniken uit Augustinus' kloosters tot bisschop gekozen in andere Afrikaanse steden, waar zij op hun beurt kloosters stichtten naar het model van Hippo. Zo hebben wij weet van ongeveer vijftien kloosters met een augustijns karakter in Noord-Afrika. Ook na de inval van de Vandalen en de dood van Augustinus bleef het monastieke leven in Afrika bestaan. Slechts de Arabische invallen maakten daar een eind aan in de jaren 647-668. In de periode tussen 430 en 668 gingen veel monniken in ballingschap. Zij vluchtten naar omliggende landen, maar wij weten niet of zij in gemeenschappen van augustijnse inspiratie bleven leven. We kunnen zeggen van de verspreide monniken van Afrika dat zij verdwenen in de nacht van de geschiedenis. Er is geen zekerheid met betrekking tot een historische continuïteit tussen Augustinus' kloosters en het latere monastieke leven buiten Afrika.

Invloed van de Regel

Als we kijken naar de geschiedenis van de handschriften van de Regel van Augustinus dan zien we wel een zekere continuïteit inzover de geest van de Regel in de eeuwen volgend op de dood van Augustinus voortleefde. We bezitten immers niet minder dan veertien handschriften die dateren van vóór het jaar 1000, op zich een zeldzaam feit. Vanaf de tijd van Caesarius van Arles († 542/543) via Benedictus van Nursia ( † 550) tot de tijd van Benedictus van Aniane ( † 820/821), stellen we invloed van de Regel van Augustinus vast. Wel moeten we wachten tot het einde van de negende eeuw om een sterk verlangen naar een volledig leven in gemeenschap volgens de spiritualiteit van Augustinus te ontmoeten bij de reguliere kanunniken in Reims (975). Deze hervormingsbeweging leidde op het einde van de elfde eeuw tot het aanvaarden van de Regel van Augustinus door de reguliere kanunniken als de norm voor hun gemeenschapsleven. In de twaalfde eeuw volgden de Reguliere Kanunniken van de abdij gewijd aan Sint Victor en gesticht te Parijs in 1108. Daarna kwamen Norbertus van Gennep die de Premonstratenzer Kanunniken stichtte in 1120, en Dominicus, stichter van de predikheren in 1215. Ook de Kruisheren, waarschijnlijk gesticht door Dietrich von Zell rond 1210, namen de Regel van Augustinus aan, evenals de Mercedariërs gesticht door Petrus Nolasco in 1218, de Kanunnikessen van het Heilig Graf gesticht in het begin van de dertiende eeuw, en door de orde van de Servieten van de heilige Maagd Maria gesticht in 1240.

In 1244 verenigde de heilige Stoel verschillende groepen kluizenaars onder de naam Orde van de Eremieten van Sint Augustinus (O.E.S.A.), nu gekend als Orde van Sint Augustinus (O.S.A.). In de daarop volgende eeuwen vinden we een aanzienlijk aantal gemeenschappen die leven naar de Regel van Augustinus. De belangrijkste zijn: de Broeders van het gemene leven, Augustijner Kanunniken, vertegenwoordigers van de Devotio moderna samen met het beroemde klooster van Windesheim, gesticht door Florentius Radewijns respectievelijk in 1384 en 1387, de Alexianen van wie de meesten de Regel aanvaardden in 1450, de Hospitaalbroeders gesticht door Johannes de Deo rond 1540, de Piaristen gesticht door Joseph Calasanctius in 1597, de orde van de Visitatie van de heilige Maria gesticht door Jeanne de Chantal en Franciscus van Sales in 1610, de zusters van Onze Lieve Vrouw van Liefde ( of: van Toevlucht) gesticht door Jean Eudes in 1641, de Barmherzige Brűder von Maria Hilf gesticht door Peter Friedhofen in 1850, de Augustijnen van de Assumptie gesticht te Nimes door Emmanuel d'Alzon in 1850.